Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zag toe; en ziet, de koning stond [29]bij zijn pilaar, aan den [30]ingang; en de [31]oversten en [32]de trompetten waren bij den koning; en al het volk des lands was blijde, en [33]blies met de trompetten; en de zangers [34]waren er met muzikale instrumenten, en gaven te kennen, dat men [35]lofzingen zou; toen verscheurde Athalia haar klederen, en zij riep: Verraad, verraad! 29. Alwaar het koninklijk gestoelte was; van hetwelk zie ook 2 Kon.11:14, en boven, hfdst.6 vs.13. 30. Te weten, van het binnenste voorhof, genoemd het voorhof der priesters, boven, hfdst.4 vs.9; idem het nieuwe voorhof, boven, hfdst.20 vs.5. Zie van hetzelfve breder 1 Kon.6:36. 31. Namelijk, des Joodsen volks. 32. Dat is, de trompetters. 33. Te weten, door de priesters, wien dat werk eigenlijk toekwam, gelijk dit blijkt uit de wet, Num.10:8, en uit de exempelen; 1 Kron.15:24, en boven, hfdst.5 vs.12, en hfdst.7 vs.6. 34. Of, [waren blijde] welk woord voorgaat en nu weder opnieuw kan ingepast worden. 35. Namelijk, den Heere.